Het gebeurt dat minderjarigen een nachtje in de cel zitten na een overtreding. Maar doen politie en justitie daar verstandig aan? De Raad die gaat over Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (de RSJ) liet het onderzoeken. Lees de afwegingen in het artikel Nachtje ´zitten´ voor minderjarigen traumatische les.
Woordenschat
▢ de minderjarige
▢ traumatisch
▢ de reprimande
Woordenschat
▢ de minderjarige
▢ traumatisch
▢ de reprimande
▢ formele
▢ de procedure
Leerdoel
Leerdoel
▢ Ik kan onderbouwd met argumenten het standpunt voor/tegen minderjarigen een nachtje laten ´zitten´ bespreken
Opdracht
A. Argumentatie
1. Lees het artikel. Noteer daarna de probleemstelling.
2. Maak hiervan een discussievraag of een stelling. Scjrif ze bovenaan een blad.
3. Maak daaronder een schema van twee kolommen.
1. Lees het artikel. Noteer daarna de probleemstelling.
2. Maak hiervan een discussievraag of een stelling. Scjrif ze bovenaan een blad.
3. Maak daaronder een schema van twee kolommen.
4. Zet daarna argumenten voor en tegen in het schema.
5. Bespreek met elkaar of er nog andere argumenten zijn.
6. Bedenk drie prikkelende stellingen over het onderwerp. Schrijf ze onder het schema.
5. Bespreek met elkaar of er nog andere argumenten zijn.
6. Bedenk drie prikkelende stellingen over het onderwerp. Schrijf ze onder het schema.
B. Betoog
Schrijf met de argumenten uit het artikel (en daarbuiten) een betoog. Hierin geef je je standpunt ten aanzien van de probleemstelling en onderbouw je dat zo sterk mogelijk.
1. Schets om te beginnen het probleem.
2. Verduidelijk daarna jouw standpunt.
3. Geef je argumenten.
4. Reageer op argumenten die je daar tegenin kan brengen.*
5. Ontkracht die argumenten zoveel mogelijk.*
6. Sluit af met een argument dat jou standpunt nog eens extra kracht bijzet.
* optie
C. Pleidooi als een advocaat
1. Kies (als groep) een standpunt.
2. Bereid een pleidooi voor. Hierin bepleit je je standpunten met sterke argumenten, in een logisch opgebouwde volgorde.
3. Een aantal leerlingen houd als een advocaat zijn/haar pleidooi voor de klas.
4. Met de klas bespreken we na elk pleidooi de kracht en de geldigheid van de argumenten en de opbouw en de overuigingskracht van het geheel.