Vandaag vieren joden Poerim. Het feest herdenkt gebeurtenissen die het Bijbelboek Esther beschrijft. Maak met foto's in de bron kennis met deze herdenkingsdag.
Bron
Het Parool Poerim in Israël
1. Wat kan deze persoon zien en voelen?
2. Wat zou deze persoon denken?
3. Wat zou belangrijk zijn voor deze persoon?
4. Schrijf een tekst vanuit deze persoon waarin je antwoord geeft op bovenstaande vragen.
Het Parool Poerim in Israël
Leerdoel
Ik kan vertellen wat wordt herdacht bij Poerim en wat er deze dag gebeurt.
Opdracht 1 - Kijk, denk en vraag je af
Kijk naar de foto's en vul de zinnen aan.
Ik zie...
Ik denk...
Ik vraag me af...
De docent geeft aan bij hoeveel foto's je de opdracht uitvoert en hoe de antwoorden worden besproken met elkaar.
Opdracht 2 - Stap in het beeld
Kies een persoon op een van de foto's. Beantwoord de volgende vragen.1. Wat kan deze persoon zien en voelen?
2. Wat zou deze persoon denken?
3. Wat zou belangrijk zijn voor deze persoon?
4. Schrijf een tekst vanuit deze persoon waarin je antwoord geeft op bovenstaande vragen.
Wissel daarna de tekst uit met een klasgenoot en schrijf een korte reactie op de interpretatie van je klasgenoot onder de tekst.
Opdracht 3 - Twintig keer goed kijken
Kies een foto en kijk gedurende minstens 60 seconden naar de foto. Noteer 10 woorden/zinnen die een aspect van de foto beschrijven. Kijk daarna opnieuw en probeer nieuwe elementen te ontdekken. Voeg nog 10 woorden/zinnen aan jouw lijst toe.De docent geeft aan hoe de opdracht wordt besproken. dat kan in kleine groepen of klassikaal gebeuren. In het gesprek onderzoek je welke interpretaties vaak en welke minder voorkomen.
De drie werkvormen zijn ontleend aan het volgende artikel: Wereldburgerschap: kijken, nog eens kijken, verwonderen, verbeelden, praten.
Opdracht 4 - One minute paper
Zoek gericht op internet naar wat wordt herdacht en wat wordt gedaan tijdens Poerim. De docent geeft aa hoeveel tijd je hieraan besteedt. Maak geen aantekeningen, maar schrijf na afloop één minuut lang zoveel mogelijk van wat je te weten kwam op papier. Vergelijk daarna je aantekeningen met een klasgenoot.