Leerdoel:
▢ Ik kan de hoofd- en bijzaken van een tekst benoemen
▢ Ik kan ze in een schema weergeven
Woordenschat:
▢ fijnmazig = heel klein (met heel kleine openingen, bij een net)
Opdracht
Lees het artikel Plasticsoep in Stille oceaan veel groter dan gedacht.
HV leest ook het artikel Wat 10.004 plastic dopjes over ons strandgedrag zeggen
Lees alleen, maak geen aantekeningen.
Bij de volgende les hangen grote vellen in de klas. Aan het begin van de les noteer je hierop hoofd- en bijzaken die je je herinnert. Schrijf bij je bijdrage (in het klein) je naam.
Samen maak je op deze manier een schema. We zullen het schema in die les met elkaar beoordelen.
▢ Ik kan de hoofd- en bijzaken van een tekst benoemen
▢ Ik kan ze in een schema weergeven
Woordenschat:
▢ fijnmazig = heel klein (met heel kleine openingen, bij een net)
▢ het object = het voorwerp
▢ relatief = in vergelijking met
▢ de microplastics = heel kleine plastic deeltjes (< 5 mm)
▢ de ton = 1000 kilogram
Lees het artikel Plasticsoep in Stille oceaan veel groter dan gedacht.
HV leest ook het artikel Wat 10.004 plastic dopjes over ons strandgedrag zeggen
Lees alleen, maak geen aantekeningen.
Bij de volgende les hangen grote vellen in de klas. Aan het begin van de les noteer je hierop hoofd- en bijzaken die je je herinnert. Schrijf bij je bijdrage (in het klein) je naam.
Samen maak je op deze manier een schema. We zullen het schema in die les met elkaar beoordelen.