BK
1. Wat is neuromarketing (alinea1)?
2. Leg m.b.v. de woorden MRI-scan en kleur uit hoe neuromarketing werkt.
3. Alinea 3 gaat over een reclame die op twee manieren werd aangepast. Op welke manieren gebeurde dat?
4. Welke tegenstelling staat in de twee twee alinea´s over Frans Bauer?
5. De laatste twee alinea´s noemen ook bezwaren tegen neuromarketing. Geef een voorbeeld uit de tekst.
GT
1. In alinea 1 staat de aanleiding voor het schrijven van het artikel. Wat is die aanleiding?
2. Over welke verandering gaat alinea 5?
3. Hoe leveren MRI-scans tijdwinst en geldwinst op (alinea 6)?
4. Waar of niet: irritante reclame betekent per definitie geen stimulans om het product te kopen.
5. Noem een door de tekst genoemd argument voor- en een argument tegen reclame m.b.v. neuromarketing.
HV
1. In alinea 1-2 heeft de kleur rood verschillende betekenissen. Welke zijn dat?
2. Verklaar het verschil in betekenis?
3. Wat wordt bedoeld met: harde data (alinea 4)?
4. Wat is volgens de eennalaatste alinea het verband tussen retoriek en neuromarketing?
5. Op sociale media was kritiek op het artikel. Twitteraars vonden het een kritiekloos artikel. Bekijk de laatste twee alinea´s en reageer op deze kritiek.