Lees het artikel Landschapspijn: hoe mooi is het Friese boerenland nog?
Woordenschat
van oudsher (alinea 3)
weemoed (alinea 4)
eenzijdig (alinea 5)
radicaal (alinea 8)
anitibiotica (alina 8)
bedrijfsvoering (alinea 10)
BK
1. Verklaar de uitdrukking ¨groene woestijn¨ in alinea 2?
2. Waarom zijn boeren volgens alinea 5 boos?
3. Wat is het standpunt van de bier in alinea 6?
4. Met welk begrip zegt hij dat nog eens in alinea 7?
5. Waarom is het moeilijk meer natuurvriendelijk te werken (zie alinea 8-10)?
Lees het artikel Ongerepte landschappen op aarde bestaan niet meer
Woordenschat
extincties (alinea 4)
gedijen (alinea 4)
gedomesticeerd (domesticeren) (alinea 6)
implicaties (alinea 8)
capabel (alinea 8)
GT
1. Welke belangrijke misvatting noemt de tekst en welke correctie geeft de tekst?
2. Welke voorbeelden van menselijke invloed noemt alinea 4?
3. Wat kenmerkt de fasen?
4. Welke gevolgen beschrijft alinea 5? Noem ook de oorzaken die alinea 5 noemt.
5. Waarop doelt de schrijver met de uitdrukking ´getransporteerde landschappen´ (alinea 7)?
HV
1. Vat elke fase die het artikel noemt kort samen.
2-5. Geef elk van de vier fasen een passende, korte naam.
Woordenschat
van oudsher (alinea 3)
weemoed (alinea 4)
eenzijdig (alinea 5)
radicaal (alinea 8)
anitibiotica (alina 8)
bedrijfsvoering (alinea 10)
BK
1. Verklaar de uitdrukking ¨groene woestijn¨ in alinea 2?
2. Waarom zijn boeren volgens alinea 5 boos?
3. Wat is het standpunt van de bier in alinea 6?
4. Met welk begrip zegt hij dat nog eens in alinea 7?
5. Waarom is het moeilijk meer natuurvriendelijk te werken (zie alinea 8-10)?
Lees het artikel Ongerepte landschappen op aarde bestaan niet meer
Woordenschat
extincties (alinea 4)
gedijen (alinea 4)
gedomesticeerd (domesticeren) (alinea 6)
implicaties (alinea 8)
capabel (alinea 8)
GT
1. Welke belangrijke misvatting noemt de tekst en welke correctie geeft de tekst?
2. Welke voorbeelden van menselijke invloed noemt alinea 4?
3. Wat kenmerkt de fasen?
4. Welke gevolgen beschrijft alinea 5? Noem ook de oorzaken die alinea 5 noemt.
5. Waarop doelt de schrijver met de uitdrukking ´getransporteerde landschappen´ (alinea 7)?
HV
1. Vat elke fase die het artikel noemt kort samen.
2-5. Geef elk van de vier fasen een passende, korte naam.