Lees het artikel Gêne in Ripoll: ‘hun’ imam lijkt het brein achter de terreur in Catalonië. Beantwoord daarna de vragen.
Leerdoel:
O Ik kan het doel van de schrijver van de tekst benoemen
Woordenschat:
de gêne = de schaamte
naar verluidt = naar men zegt
het niet begrepen hebben op = niet graag mogen, niet vertrouwen
het trefcentrum = de ontmoetingsplaats
de geestelijke begeleiding = hulp van een geestelijke bij geloofszaken (bijv. uitleg, gebed)
BK 1-2
1. Wat heeft Ripoll te maken met de aanslag?
2. Hoe komt het dat de inwoners van Ripoll de daders goed kennen?
3. Wat bedoelt bewoner Mohammed met: ¨Een rotte tomaat in een kist kan alle andere snel bederven’’?
4. Op welke vragen geeft de schrijver vooral antwoord?
Leerdoel:
O Ik kan het doel van de schrijver van de tekst benoemen
Woordenschat:
de gêne = de schaamte
naar verluidt = naar men zegt
het niet begrepen hebben op = niet graag mogen, niet vertrouwen
het trefcentrum = de ontmoetingsplaats
de geestelijke begeleiding = hulp van een geestelijke bij geloofszaken (bijv. uitleg, gebed)
BK 1-2
1. Wat heeft Ripoll te maken met de aanslag?
2. Hoe komt het dat de inwoners van Ripoll de daders goed kennen?
3. Wat bedoelt bewoner Mohammed met: ¨Een rotte tomaat in een kist kan alle andere snel bederven’’?
4. Op welke vragen geeft de schrijver vooral antwoord?
GT 1-2 / BK 3
1. Waarom vinden bewoners van Ripoll het vreemd dat het stadje terroristen heeft voortgebracht?
2. Wat bedoelt bewoner Mohammed met: ¨Ze moeten vogels in hun hoofd hebben¨?
3. Welke belangrijke informatie geven de bewoners over de imam?
4. Op welke vragen geeft de schrijver vooral antwoord?
HV 1-2
1. Waarom vinden bewonrers van Ripoll het vreemd dat het stadje terroristen heeft voortgebracht?
2. Wat bedoelt bewoner Mohammed met: ¨De duivel mag niet ontsnappen’’?
3. Welke belangrijke informatie geven de bewoners over de imam?
4. Op welke vragen geeft de schrijver vooral antwoord?
1. Waarom vinden bewoners van Ripoll het vreemd dat het stadje terroristen heeft voortgebracht?
2. Wat bedoelt bewoner Mohammed met: ¨Ze moeten vogels in hun hoofd hebben¨?
3. Welke belangrijke informatie geven de bewoners over de imam?
4. Op welke vragen geeft de schrijver vooral antwoord?
HV 1-2
1. Waarom vinden bewonrers van Ripoll het vreemd dat het stadje terroristen heeft voortgebracht?
2. Wat bedoelt bewoner Mohammed met: ¨De duivel mag niet ontsnappen’’?
3. Welke belangrijke informatie geven de bewoners over de imam?
4. Op welke vragen geeft de schrijver vooral antwoord?