Met 10 gevallen van besmettingen (en zeer waarschijnlijk méér in de komende tijd) heeft Nederland nu ook direct te maken met het coronavirus. Verantwoordelijke instanties doen contactonderzoek naar aanleiding van de besmettingen en houden het publiek via persberichten zo goed mogelijk op de hoogte. Lees meer over wat we nu weten over het virus in het artikel Hoe zit het precies met het coronavirus? Alles wat je moet weten in 15 vragen.
Woordenschat
▢ het symptoom
▢ de epidemioloog
▢ het vaccin
▢ basale
▢ weerbaar▢ desastreus
Leerdoel
▢ Ik kan kort benoemen wat iedereen zou moeten weten over het coronavirus
Opdracht
A Vragen
1. Wat is het verband tussen de ziekten Sars, Mers en de huidige uitbraak van Covid-19?
(vraag 1)
2. Wat zijn de belangrijkste manieren om de kans op besmetting te verminderen? (vraag 3)
3. In hoeverre is een mondkapje een goed beschermingsmiddel? (vraag 4)
4. Hoe gevaarlijk is het virus? (vraag 5)
5.Welke groepen lopen verhoogd risico en waarom? (vraag 5)
6. Wat kan duiden op een besmetting? (vraag 6)
7. Wat is de aanpak bij een besmetting? (vraag 7 en 8)
8. Welke regels gelden bij (thuis)isolatie? (vraag 9)
9. Hoe is Nederland voorbereid op een uitbraak? (vraag 11)
10. In hoeverre verschilt Covid-19 van ´gewone´ griep? Benoem overeenkomsten en verschillen. Maak gebruik van de verschillende vragen en antwoorden in de tekst.B Veelgestelde vragen
Vat de informatie bij de 15 vragen van Het Parool samen in 5 veelgestelde vragen. Maak een keuze welke 5 vragen het meest noodzakelijk zijn om te beantwoorden. Geef bij elke vraag antwoord in maximaal 3 zinnen. Gebruik opdracht A eventueel als voorbereiding op deze opdracht.