Het EK van 2020 gaat in 2021 gespeeld worden. Reden: het coronavirus, maar ook tijd creëren voor het uitspelen van de stilgelegede competities. Media gebruiken stevige krantenkoppen om het nieuws te brengen.
Woordenschat
▢ de beeldspraak
▢ de stijlfiguur
Leerdoel
▢ Ik herken beeldspraak en stijlfiguren in teksten en kan het effect benoemen
Opdracht
Voetbaljournalistiek maakt graag gebruik van beeldspraak en stijlfiguren. Het nieuws over het uitgestelde EK laat genoeg voorbeelden zien. In deze opdracht zoek je in berichten over EK 2021 naar voorbeelden.
1. Zoek drie krantenkoppen met beeldspraak of gebruik van een stijlfiguur en vergelijk de strekking en toon met elkaar.
2. Lees de theorie over de volgende stijlfiguren en beeldspraken. Uitleg vind je onder andere op de website van Cambiumned. Geef van minimaal zes van de onderstaande beeldspraken en stijlfiguren een voorbeeld dat afkomstig is uit de drie teksten.
3. Beoordeel het gebruik van beeldspraak en stijlfuguren in de drie bijbehorende teksten. Geef twee voorbeelden van effectief gebruik en twee voorbeelden van onnodig of storend gebruik. Bargumenteer je keuze.
Woordenschat
▢ de beeldspraak
▢ de stijlfiguur
Leerdoel
▢ Ik herken beeldspraak en stijlfiguren in teksten en kan het effect benoemen
Opdracht
Voetbaljournalistiek maakt graag gebruik van beeldspraak en stijlfiguren. Het nieuws over het uitgestelde EK laat genoeg voorbeelden zien. In deze opdracht zoek je in berichten over EK 2021 naar voorbeelden.
1. Zoek drie krantenkoppen met beeldspraak of gebruik van een stijlfiguur en vergelijk de strekking en toon met elkaar.
2. Lees de theorie over de volgende stijlfiguren en beeldspraken. Uitleg vind je onder andere op de website van Cambiumned. Geef van minimaal zes van de onderstaande beeldspraken en stijlfiguren een voorbeeld dat afkomstig is uit de drie teksten.
- Eufemisme
- Understatement
- Hyperbool
- Herhaling
- Tautologie
- Pleonasme
- Woordspelingen
- Tegenstelling
- Paradox
- Retorische vraag
- Vergelijking met als
- Vergelijking zonder als
3. Beoordeel het gebruik van beeldspraak en stijlfuguren in de drie bijbehorende teksten. Geef twee voorbeelden van effectief gebruik en twee voorbeelden van onnodig of storend gebruik. Bargumenteer je keuze.