Volgens onderzoeker Hans Luyten kun je de enorme chat-activiteit van jongeren niet los zien van hun leesvaardigheid. Hij vergeleek de samenhang van chatten en leesvaardigheid in verschillende landen. Het lezen van jongeren gaat gemiddeld genomen achteruit.
Bron
AD Leesvaardigheid achteruit door chatten: ‘Zijn veel oppervlakkiger gaan lezen’
Woordenschat
verbanden leggen - per definitie - de mate - opleidingsniveau - trend - keerzijde
Leerdoel
Woordenschat
verbanden leggen - per definitie - de mate - opleidingsniveau - trend - keerzijde
Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe de onderzoeker het verband heeft aangetoond.
Opdracht 1 - Vragen
1. Wat wordt bedoeld met complexere teksten?
2. Wat wordt bedoeld met verbanden leggen?
3. Wat wordt bedoeld met oppervlakkig lezen?
4. Wat zijn volgens de onderzoeker belangrijke verschillen tussen chatberichten en teksten die we doorgaans lezen?
5. Waardoor is volgens de onderzoeker aangetoond dat chatten en leesgedrag samenhangen?
Opdracht 1 - Vragen
1. Wat wordt bedoeld met complexere teksten?
2. Wat wordt bedoeld met verbanden leggen?
3. Wat wordt bedoeld met oppervlakkig lezen?
4. Wat zijn volgens de onderzoeker belangrijke verschillen tussen chatberichten en teksten die we doorgaans lezen?
5. Waardoor is volgens de onderzoeker aangetoond dat chatten en leesgedrag samenhangen?
6. Wat zijn volgens de onderzoeker oplossingen?
Opdracht 2 - Oorzaak-gevolg
Lees de tekst (nog eens) door en geef vijf voorbeelden van een oorzaak-gevolg relatie.
Opdracht 3 - Chatberichten
Vat de tekst samen in enkele chatberichten. Noem hierbij de belangrijke conclusies, oorzaken en gevolgen. Je mag gebruik maken van afkortingen. Vorm daarna een groep van 3-4 leerlingen en vergelijk jullie samenvattingen. Schrijf samen kort op wat de kern van de tekst is.
Opdracht 2 - Oorzaak-gevolg
Lees de tekst (nog eens) door en geef vijf voorbeelden van een oorzaak-gevolg relatie.
Opdracht 3 - Chatberichten
Vat de tekst samen in enkele chatberichten. Noem hierbij de belangrijke conclusies, oorzaken en gevolgen. Je mag gebruik maken van afkortingen. Vorm daarna een groep van 3-4 leerlingen en vergelijk jullie samenvattingen. Schrijf samen kort op wat de kern van de tekst is.