Als je ze allemaal persoonlijk zou kennen, zou je vogels in het wild aan hun geluid moeten kunnen herkennen. Ze hebben namelijk typisch een eigen stemgeluid.
Leerdoel
Je kunt aan het einde van deze les uitleggen wat de onderzoeker heeft ontdekt en in hoeverre zijn theorie is aangetoond.
Woordenschat
gedragsbioloog, stemafdrukken, klankkleur, kunstmatige intelligentie, kansberekening, vocaal flexibel
Vragen
1. Waarom vergelijkt de tekst het stemgeluid van mensen met dat van vogels?
2. Wat heeft gedragsbioloog Simeon Smeele gedaan om geluidsopnames van parkieten te maken?
3. Hoe heeft Smeele de individuele stemafdrukken van vogels geanalyseerd?
4. Waarom is het volgens Smeele handig voor monniksparkieten om herkenbaar te zijn aan hun stemgeluid?
5. Wat was al bekend over het contact-roepen van papegaaiachtigen en andere sociale dieren?
6. Wat is het belangrijkste inzicht dat dit onderzoek toevoegt?
7. Hoe presteerde de computer bij het koppelen van stemgeluiden aan individuele vogels volgens de tekst?
8. Waarom is Carel ten Cate niet volledig overtuigd door dit onderzoek?
9. Waarom noemt Simeon Smeele dit onderzoek een logische eerste stap?
10. Welke dieren zouden mogelijk ook onderzocht kunnen worden in de toekomst volgens Smeele?
Opdrachten
1 - Bedenk een alternatieve titel voor het artikel die de essentie van het onderzoek goed weergeeft. Leg uit waarom je voor die titel hebt gekozen.
2 - Bedenk tien waar/niet waar uitspraken over de tekst. Wissel de uitspraken daarna uit met een klasgenoot en probeer te ontdekken wat waar is en wat niet. Bespreek daarna kort de antwoorden met elkaar.
3 - Stel je voor dat je een monniksparkiet bent en probeer te beschrijven hoe jij je stemgeluid gebruikt om herkenbaar te zijn voor anderen in je groep. Wees creatief maar benut ook de informatie uit de tekst in je verhaal.
4 - Ontwerp een poster die de belangrijkste punten van het onderzoek van Simeon Smeele weergeeft, inclusief hoe hij geluidsopnames heeft gemaakt en wat hij heeft ontdekt over de stemafdrukken van de vogels.
5 - Bedenk een hypothetisch scenario waarin kennis van de stemafdrukken van vogels nuttig zou kunnen zijn, bijvoorbeeld voor natuurbescherming of onderzoek.